De grote bonte specht broedt in holtes van oude bomen. Met zijn dikke snavel hakt hij een nest in de stam. Je hoort zijn roep, een soort kek, al van verre en in het voorjaar zijn luide geroffel. Op de foto zie je een mannetje, hij heeft een mooie rode vlek op zijn achterhoofd. Bij het vrouwtje ontbreekt dit. Jonge vogels hebben, wat lijkt op een rood petje, op hun voorhoofd. 

De gekraagde roodstaart zien we veel op ons park Suyderoogh en hij  broedt ieder jaar wel in onze tuin. Het mannetje is mooi gekleurd, het vrouwtje ziet er veel egaler bruin uit. Het rood op de staart ontbreekt natuurlijk niet. Het is altijd erg leuk om ze druk bezig te zien hun jongen te voeden, zoals hier. Meestal moeten ze zo tussen de 5 en 7 uitgekomen nakomelingen te eten geven. Ze vliegen af en aan, een druk bestaan voor de jonge ouders.

De nachtegaal is wat uiterlijk betreft niet erg opvallend, maar zijn zang is dat   des te meer. In het voorjaar schalt zijn luide lied door de avondlucht tot in de nacht. Vooral bij rustig weer draagt het geluid ver. Hij moet ook extra zijn best doen, want er zijn meer mannetjes dan vrouwtjes en met een mooi lied maak je meer kans op een vrouwtje, dat is wel duidelijk. Hij leeft nogal verborgen, dus je hoort hem veel eerder dan dat je hem ziet.

De groenling in een passend groen decor. Aan de forse snavel is te zien dat het een zaadeter is. Dit is een mannetje met een fel gele streep op de zij. Hij is iets geler dan het vrouwtje.

De afgelopen twee jaar broedde deze grauwe vliegenvanger, geen opvallende vogel, in onze tuin op dezelfde plek. Het afgelopen jaar zelfs met twee legsels. vermoedelijk dezelfde vogel. Ze danken hun naam aan de vliegen die ze in de lucht vangen. Die zien ze vanaf hun vrije uitkijkpost in de boom.

Het is herfst en als de struiken mooi gekleurd zijn levert dat met wat tegenlicht een mooie achtergrond voor een foto op. De koolmees is een standvogel en de tuinvogel bij uitstek. Hij is onder meer zo algemeen, omdat er veel nestkasten worden opgehangen, waar ze graag in broeden. Ook is er weinig wintersterfte, omdat in veel tuinen wel pinda’s hangen of een vetbol.

Hier is het weer verder in het seizoen. De pimpelmees moet de kou en de sneeuw van de winter
trotseren. Hij is blij als je hem met wat voedsel helpt. Hij doet iets terug door even te poseren.