De tureluur is de bekendste steltloper uit het geslacht van de ruiters, of wel tringa.  Hij is ook de meest algemene ruiter in het Lauwersmeer en broedt hier. Gedeeltelijk blijven ze in de winter, al trekken de meest tureluurs dan naar het zuiden. Je herkent hem direct aan de fel gekleurde poten. Er is weinig verschil te zien tussen mannetjes en vrouwtjes.

De groenpootruiter zie je over het algemeen op het wad. Hij houdt van ondiep water en slik, net als de andere ruiters.  Alleen in het voorjaar heeft hij zulke groene poten als op de foto. Hij broedt in het arctisch gebied.

De poelruiter is een vrij kleine vogel met dunne snavel. Je ziet hem niet vaak, maar ieder jaar is hij wel in het Lauwersmeer te ontdekken.  In ondiep water pikt hij op een rustige manier insecten van het wateroppervlak. In zijn zomerkleed is hij donker gevlekt.

De zwarte ruiter lijkt veel op de tureluur, behalve natuurlijk zijn zwarte kleur in zomerkleed. In de winter heeft hij z’n grijze pak weer aan Je ziet hem alleen in de trektijd. Hij broedt niet in het Lauwersmeer, maar in het hoge noorden.  Vanaf juli keert hij al terug van zijn broedgebied en kun je hem aantreffen, voordat hij doortrekt naar zijn winterverblijf in het zuiden van Europa..

Dit zijn twee bosruiters, een mannetje en vrouwtje in het voorjaar. Dat is duidelijk aan het baltsgedrag op de foto te zien. Ze zijn iets kleiner en niet zo opvallend gekleurd als de vorige steltlopers. Op het wad zul je ze niet tegen komen, want het zijn vogels van zoet water.

Soms doe je bijzondere waarnemingen in het Lauwersmeer , dan zie je wat men een dwaalgast noemt. Dat zijn vogels die in de vlucht zijn afgedwaald en hier niet thuishoren. Deze kleine geelpootruiter is daar een voorbeeld van. Zijn thuisbasis is in noord Amerika. Het is natuurlik altijd leuk om een zeldzaamheid tegen te komen.

Aan zijn opvallende witte stuit in de vlucht, dankt de witgat zijn naam. Hij ziet er wit gespikkeld uit en de witte oogring is kenmerkend. Het is een vogel van zoet water, dus van het binnenland. Hij broedt in Scandinavië en oost Europa. en is hier als doortrekker waar te nemen, ook in het binnenland.