Als je goed kijkt, zie je meer. Zo kan, als je rottend hout van dichtbij gaat bekijken, er een miniwereld van pareltjes voor je open gaan. Daar bevindt zich het favoriete leefgebied van de  myxomyceten of wel slijmzwammen. Je vindt ze ook wel op dode takken of bladeren. Het zijn de vruchtlichamen van eencellige organismen. Vroeger werden ze tot de paddenstoelen gerekend, maar dna-onderzoek heeft een verschillende oorprong uitgewezen. Het is een aparte groep. Al leven ze in dezelfde omgeving, verspreiden ze zich door middel van sporen en kunnen ze ook steeltjes hebben. Ze kunnen zich verplaatsen en zijn vaak prachtig van kleur en vorm. In Nederland zijn er zo’n  300 soorten.

Prachtig gekleurd is het karmijnrood netwatje. In vergroting, want ze zijn in werkelijkheid zo klein, dat je de steeltjes niet ziet.

Vaak zijn ze maar 2 of 3 milimeter groot, zoals deze langstelige kroeskopjes. Hier zitten ze nogal verborgen in het vergane hout.

Een fascinerende bijzonderheid is dat ze vrij snel van vorm en kleur kunnen veranderen. Ze hebben verschillende stadia. Soms binnen een dag. Op de foto een vroeg stadium van het peervormig draadwatje, hier dus nog wit gekleurd.

In een volgende fase, soms al binnen een dag, nemen ze deze prachtig gekleurde vorm aan. Hier zitten ze op een half vergane berkentak.

In het laatste stadium lijken de peervormige draadwatjes wel oranje/bruine ijshoorntjes. Het is de laatste fase, want ze gaan de sporen verliezen, zodat een nieuwe generatie kan ontstaan.

Prachtig gekleurd zijn ook deze piepkleine kalkkopjes. Daar zijn een aantal soorten van, dit zou het grijswit kalkkopje kunnen zijn. Om zeker te zijn moet je ze eigenlijk onder een microscoop bekijken. Deze kalkkopjes zitten op een half vergaan eikenblad, zo krijg je een goed idee van het formaat.

Deze fopdraadwatjes geven veel kleur op een klein randje, zo’n 5 cm, van de boomschoors. Het beginstadium is wit. Het zijn opruimers, zogenaamde saprofyten, die het dode hout afbreken.

Veel slijmzwammen zijn erg klein, maar er zijn ook grotere soorten. De gewone boomwrat op de foto, is meer dan een centimeter groot en is dus makkelijker te ontdekken. Geholpen door zijn opvallende kleur in dit stadium. Hier te zien op een behoorlijk vergane, gevelde boomstam. Leuk detail is de guttatiedruppel boven op de rechter boomwrat. Bij vochtig weer heeft de zwam soms  te veel vocht. Dan gaat hij zweten en verschijnen de zogenaamde guttatiedruppels.