De kemphaan is zonder twijfel één van de fraaiste vogels in het Lauwersmeer. Hij ziet er prachtig uit en het gedrag is spectuculair. In voor- en najaar is hij een doortrekker.
Vooral in mei, als de mannetjes hun schitterende baltskleren hebben aangetrokken, ziet hij er onovertroffen uit. Dat heeft uiteraard een bedoeling. Hoe mooier het verenkleed, des te meer kans je maakt om een vrouwtje te veroveren.
De kleuren van de mannetjes verschillen nogal. Op de vorige foto vooral wit, hier oranje/rood, maar ook wel zwart. Je kan zien dat kemphanen een nogal lange hals hebben. Tijdens de baltsgvechten met andere mannetjes wordt de kraag opgezet, als ze schijngevechten gaan voeren om de vrouwen te imponeren.
Kemphanen houden van schrale, vochtige en bloemige weiden. En oevers met slik. Dit soort landschappen zijn in deze tijd van intensieve landbouw en veeteelt veelal verdwenen. Daarom gaat de soort in Nederland hard achteruit en zijn er nauwelijks nog broedgevallen. In het Lauwersmeer broedden er in de vorige eeuw nog een paar honderd paartjes, nu bijna geen enkele meer.
De kemphanen zijn in het Lauwersmeer vooral in de trektijd te zien. Ze broeden in het noorden van Europa. Later in de zomer komen ze terug, voordat ze doortrekken naar hun winterverblijf in zuid Europa of Afrika. In zachte winters zijn er ook wel een aantal, die hier blijven.
De foto boven is een vrouwtje en laat het verschil met de mannetjes goed zien. De mooi gekleurde veren ontbreken. In de winter zijn ze allemaal onopvallend grijs van kleur.
Deze kemphaan laat zijn witte kraag mooi zien. Zo’n mooi verenkleed vergt veel onderhoud. Er moet goed gepoetst worden. Ze worden zo vettig gehouden en ontdaan van vuil en parasieten.