Vanwege de ligging aan de kust en de aanwezigheid van veel water zie je in het Lauwersmeer veel vogels, die vis als hoofdvoedsel hebben.

De ijsvogel is de visser bij uitstek. Hij vangt ze in spectacuolaire duikvluchten. Hij is helemaal van vis afhankelijk. In strenge winters is dat een groot nadeel, want als al het water is bevroren, is er veel sterfte onder de ijsvogels. Gelukkig brengt hij altijd veel jongen groot, zodat de populatie zich kan herstellen. Hij is nogal schuw, maar soms zie je hem als een blauwe schicht over het water scheren. Of  op een tak spiedend naar een prooi of, zoals hier, als hij net een visje heeft gevangen.

De fuut is een minder spectaculaire visser. Hij duikt en achtervolgt de vis onder water. Hij kan dit zo’n twintig seconden volhouden. Een goede waterkwaliteit en helder water, komt de fuut ten goede.
Het is een klassiek beeld, een aalscholver die na het vissen zijn vleugels zit te drogen op een paaltje. Zijn vleugels hebben minder waterafstotend vet dan de meeste andere vogels. Dat is ook een voordeel, want hij kan langer onder water blijven bij het vissen, omdat hij dan minder opwaartse druk heeft.
De blauwe reiger is een goede bekende bij het water. Je ziet hem doodstil aan de waterkant staan, spiedend naar een prooi. Hier heeft hij een paling te pakken.

De middelste zaagbek, op de foto het mooi getekende mannetje, leeft voornamelijk van de vis, die hij opduikt. Hij heeft houvast door de gekartelde rand, de zaag, aan de binnenkant van de snavel. Je ziet hem een enkele keer in de haven van Lauwersoog, want hij vertoeft meestal op zee.

De visdief is een sierlijke visser. Je ziet hem even kort bidden boven het water en dan, pats duikt hij naar beneden om een visje op te pikken en vliegt hij weer op.

De grote zilverreiger jaagt, heel voorzichtig wadend door het water. Spiedend naar een visje of ander beestje. Hier heeft hij net een klein visje gevangen. Hij vist heel anders dan de blauwe reiger, die doodstil langs de oever staand,  kijkt of er een prooi langskomt.